Met mijn deels Indonesische genen, zou je zeggen dat ik makkelijk bruin word. Niets is minder waar. Ik moet minstens 3 weken lang in de brandende zon lopen wil ik enigszins gebruind terugkomen. Het voordeel is dan weer wel dat ik nagenoeg niet verbrand, al smeer ik me natuurlijk wel goed in om de twee uur. En het kleurtje blijft lang zitten, tot gemiddeld een half jaar en dan kleurt mijn huid geleidelijk naar wat gelig (nee, met mijn lever is niets mis) tot uiteindelijk weer bleek.

 

 

Soms is het om gefrustreerd van te raken. Dan ben ik net naar een zonnig oord op vakantie geweest, heb dagenlang de bloedhitte in de brandende zon doorstaan en dan is de eerste vraag die je gesteld krijgt: “Wanneer ging je nou ook al weer op vakantie?” of “Nou wel lekker dat je naar de zon gaat hoor, volgens mij kun je wel weer wat kleur gebruiken.” Zelf vind ik dan al wel dat ik wat gekleurd ben. Ik zou dan willen uitschreeuwen: “Kijk dan! Heel goed kijken, maar je ziet echt wel een heel klein beetje een witte afdruk waar mijn sandaalbandje heeft gezeten.”

 

 

In Indonesië haalt mijn familie mij altijd weg uit de zon. Zij vinden juist dat ik mijn bleke huidje moet koesteren. In veel Aziatische landen geldt nou eenmaal: hoe witter, hoe mooier. Tijdens mijn laatste vakantie in Indonesië kwam er op het vliegveld een verkoopster naar mij toe en liet een potje met gezichtscrème zien. “It turns your skin white, so you look beautiful again.” Ik heb het me maar niet persoonlijk aangetrokken. En toch, naast deze witte verkoopster – die blijkbaar zelf veel gebruik maakte van haar eigen crème – kon ik zowaar zien dat ik wat meer gebruind was. Een klein beetje, maar net genoeg om blij het vliegtuig op weg naar huis in te gaan.

 

Het zit er gewoon niet in. Ik zie lijdzaam toe hoe iedereen om mij heen poepie gebruind terug komt van vakantie, of ze nou 2 dagen naar de zon geweest zijn of een hele maand. Maar er is natuurlijk een enkeling die net als ik niet snel bruin wordt. Op de een of andere manier kan ik het met hen altijd heel goed vinden. En stiekem ben ik dan enorm blij als blijkt dat ik net wat bruiner ben dan zij.