Bij de Wat Rong Khun in Chiang Rai in Thailand waren er al de hele tijd een man, een vrouw met hun kleine zoontje om mij heen aan het drentelen. Ik had mijzelf van mijn reisgezelschap afgezonderd. Even rust aan mijn hoofd en het mooie complex in alle rust in mijn opnemen. Dat lukte aardig totdat ik dit gezin achter mij aankreeg. Ik hield mijn tas stevig tegen mij aangedrukt. Ja, soms weet je het niet hè… 

 

De vrouw lachte ietwat verlegen naar mij. Ik lachte terug en liep weer verder. Maar nog steeds hopte het gezin achter mij aan. Nu lachte ook de man naar mij. Nu ook weer lachte ik terug en liep weer verder. Nu met iets meer snelheid. Wat wilden deze mensen van mij? Uiteindelijk zag ik de vrouw haar zoontje iets toefluisteren en ze duwde het kindje mijn kant op. ‘He-he-hello’, zei het kindje schuchter. ‘My mother wants picture please.’ Aha, natuurlijk, ik had het kunnen weten. Ook al word ik er niet standaard uitgepikt in Azië om mee op te foto te gaan (daarom ga ik altijd graag met blonde mensen op vakantie in Azië, dan hoef ik vaak zelf niet op de foto met de lokale bevolking), vooral als ik alleen loop, komt het wel eens voor. Dan willen wildvreemden met mij op de foto. Vooral als ik mijn haar los heb. Krullen doen het meestal goed in Azië.

 

Volgens mijn familie in Indonesië lijk ik op een Indonesische (of was het nou een Maleisische?) actrice. Wereldberoemd in heel Azië. Haar naam is me ontschoten. Toen we ergens wat gingen eten met z’n allen, kregen we uiteindelijk korting toen mijn neefje de eigenaar vertelde dat ik die actrice was. We kregen korting, mits ik met de eigenaar op de foto ging. Meerdere foto’s zelfs. Voor niets gaat de zon op. Samen met de eigenaar op de foto voor de toonbank, in de keuken, voor de ingang en samen aan een tafeltje boven een schaal dampend eten. Mogelijk dat ik daar nu aan de muur hang met daaronder de naam van de actrice. Ik hoop maar niet dat de betreffende actrice zelf een keer daar langsgaat en mijn foto onder ogen komt.

 

Ook in China ben ik regelmatig op de foto gegaan. Niet zozeer met mensen die ik niet ken, wel door mensen die ik niet ken. Ik prijk inmiddels, net als vele andere toeristen, in de galerij van menig Chinese smartphone. Wat er met deze foto’s wordt gedaan, Joost mag het weten. Maar het lijkt een echte sport: zo onopvallend mogelijk een foto nemen van een voorbij hobbelende toerist. Zo onopvallend, dat het bijna opvallend wordt. 

 

 

Begrijp me niet verkeerd. Ik vind het altijd wel gezellig om met wildvreemden op de foto te gaan. Het hoort er een beetje bij als je in Azië op vakantie bent. Zeker als je ook nog buiten de toeristische plaatsen reist.

 

‘Your hair beautiful!’ De Thaise vrouw maakte met haar vingers draaibewegingen boven haar eigen haar. Ze doelde om mijn krullen. ‘Thank you’, zei ik en lachte nog een keer wat onwennig. Complimentjes vind ik altijd maar lastig. De vrouw was extatisch. We hadden een conversatie. Het zoontje klapte in zijn handen. Duidelijk trots op zijn mama. Ondertussen was manlief druk bezig om een fotoreportage te maken. Stel dat één foto niet genoeg is. ‘Thank you, thank you!’ Het gezin had hun doel bereikt, een volle SD kaart met foto’s van mij met moeder en zoon. Ze zwaaiden enthousiast toen ze wegliepen. Dachten zij misschien dat ik die Indonesische (of was het nou een Maleisische?) actrice was?